Opgetogen feliciteerde ik net mijn huisgenoten met het resultaat van deze week: slechts 470 gram restafval! Ongekend. Werd de afvalemmer uit de keuken in een nog niet zo ver verleden verschillende keren per week bevrijd van een uitpuilende pedaalemmerzak, nu was de zak nauwelijks half vol. Als je daarbij bedenkt dat die er vanaf vorige week zondag in zat… Kicken, en dat stimuleert. Juist het wegen van de diverse afvalstromen maakt bewuster, hoewel ik nu ook al weet dat ik het over tien weken beslist niet ga missen. Tegen die tijd zit het optimaal scheiden waarschijnlijk zo in ons systeem verankerd dat ook helemaal niet meer nodig is om er goed mee door te gaan.
Deze week vond ik de pollvraag interessant: “wat zou jou motiveren om jouw afval nog beter te scheiden?” Uit de volgende vier antwoorden mocht gekozen worden:
Als de afvalstofheffing daardoor omlaag gaat.
Als ik meer zou weten over de positieve gevolgen voor het milieu.
Als de opbrengst naar ‘n goed doel in mijn gemeente gaat.
Als meer mensen om me heen dit ook zouden doen.
Ik koos voor het laatste antwoord en was daarmee ver, ver in de minderheid. Van alle 100-100-100 deelnemers kiezen de meesten voor het eerste antwoord. In mijn gemeente Drechterland gaan de meeste deelnemers voor het tweede antwoord.
Voor mij geldt dat milieu en samenleving belangrijk zijn. Lagere afvalstofheffing kan mij dus niet nóg meer stimuleren. Het is meegenomen, meer niet.
Bij antwoord twee denk ik dát we al weten dat scheiden van afval goed is. Dat is al voldoende motivatie op zich.
Maar hoe fijn zou het zijn als het voor nog meer mensen in mijn omgeving een vanzelfsprekendheid om afval te scheiden. Ik kan er dan wel in geloven, als ik zie hoeveel mensen achteloos van alles in verkeerde bakken gooien, voelt dat niet fijn.
Is het zo dat iets inderdaad pas werkt als er financieel gewin te behalen valt? Of dat er een reputatie op het spel staat? Mijn man werkt bij een grote bank die duurzaamheid nastreeft: op elke afdeling staan vijf aan elkaar gekoppelde bakken, voor plastic, gft, papier, restafval en voor bekers.
Milieu en duurzaamheid zijn goed verkopende begrippen.
Ik werk in de zorg en ken binnen de organisatie waarvoor ik werk geen beleid, elke afdeling moet dat zelf weten/bepalen. Er wordt daardoor veel niet goed/willekeurig gescheiden. ook op de locatie waar ik werk. Gelukkig zijn collega’s het met eens dat we daarin kunnen en moeten verbeteren.
Toch hoor ik het ook van andere organisaties in de zorg: veel afval belandt op een hoop. Commerciële bedrijven lijken het beter voor elkaar te hebben.
Dat ik met mijn antwoord in de minderheid ben, zegt trouwens niet zo heel veel. Van de 90 deelnemers in Drechterland hebben er slechts 41 een stem uitgebracht.Van alle 3475 deelnemers hebben ruim 1600 deelnemers aan de poll meegedaan. In beide gevallen ongeveer de helft dus.
Wat mij opvalt en ik zelfs teleurstellend vind is het grote aantal dat nog niets met hun deelname heeft gedaan, afgaande op de nul punten die ze hebben vergaard. Waarom doe je dan mee, vraag ik me af.
Drechterland neemt binnen de deelnemende gemeenten een uniek positie in door met minder dan 100 mensen mee te doen, zoals gezegd 90. Van die 90 heeft 24 geen enkele punt. Triest toch, na drieënhalve week?
Een dochter van mij doet namens de gemeente Stede Broec mee, daar is het fenomeen zichtbaar van 120 enthousiastelingen (?) die zich spontaan aanmeldden, waarvan 49 (nog) op nul staan. De topscoorders hebben 186 punten. Voor een goed vergelijk.
Zoals aangegeven in de poll, voor mij zou 100-100-100 nog leuker worden als iedereen die zich heeft aangemeld ook echt zou meedoen.