Dag één: van kikker- naar lamaland

door | 24 sep 2019 | Vamos a Peru

Van kikkerland naar lamaland

Zo omschreef Alonso onze reis gisteren. Door een tweet van acteurStefan van der Walle weet hij dat Nederland ook wel ons koude kikkerlandje genoemd wordt. Vandaar.

Eindelijk is de reis begonnen, wat keken we ernaar uit! Om half tien zijn we op Schiphol Airport waar we gaan koffiedrinken en Sophie zich bij ons voegt. We kunnen, we gaan. Eerst richting de balie waar Sophie haar koffer laat sealen. Wij hebben onze rugzakken in een safety bag gestopt en met een slotje afgesloten. Veiligheid voor alles, en bregen we onze bagage naar de doe-het-zelf afgifteloketten. Behalve Sophie, die een kilo minder dan het toegestane gewicht heeft, zitten wij er allemaal dik onder. Ik wist niet dat ik het kon.
Altijd prettig als dat deel afgerond is, en we makkelijker rond kunnen bewegen. Nu de douane nog. Het is druk en het is bijna niet te doen om bij elkaar te blijven. Het personeel verwijst ons naar verschillende rijen. Jos en Gerda komen er probleemloos door, Sophie ook, maar mijn koffer rolt apart en ik moet die openmaken. Vrij snel mag ik door, wat precies de aanleiding op de scan is geweest, weet ik niet. Dan komt Theo door de bodyscan. Hij is niet afdoende veilig bevonden en wordt check, dubbelcheck gefouilleerd. Zelfs zijn broekband, riem is al af, wordt naar voren getrokken om te kijken of er wat achter zit. Theo ondergaat het met zijn armen in de lucht. Voor ons een leuk begin. Niet dramatisch, wel een spannend accent, je moet er voor openstaan.

We vliegen met een boeiing 777-300RR van de KLM. Dit vliegtuig kan in 6 seconden van 0 naar 96 km versnellen, waardoor de straalmotoren als krachtigste in het Guinness Book of Records vermeld staan.
De vlucht is een pleizer en vliegt op. De beenruimte waar we zoveel gesteggel om hebben gehad, valt enorm mee. Theo en Jos zijn content. Met de zitplek voor de pantry, gelijk bij de boeking al uitgezocht zijn we ook tevreden. Niemand achter ons en vlak bij de wc, zonder dat die overlast geeft. Tijdens de vlucht krijgen we drie maaltijden, die uitstekend zijn, koffie, thee, wijn, chips.
Als je tussendoor iets wil drinken kan het gehaald worden. En bij de koffie kan een likeurtje geschonken worden. Alles zonder bij te betalen. Je ziet dus, zoals overal ter wereld steeds dezelfde personen weer het padje naar de pantry lopen. Gratis, gratis 😉
Elke stoel heeft zijn eigen tablet waar naar believen filmpjes, spelletjes, tv-series gekeken kan worden of de vlucht gevolgd. Wij zitten in de middenrij, grappig is om op de tablet te kunnen klikken op ‘linkerraam’, ‘rechterraam’ of op ‘cockpit’ en zo toch het uitzicht te zien.

De laatste uren worden spannender, Lima komt dichterbij, Sophie gaat zich opfrissen. Ook ik merk dat ik me meer ga bezighouden met de aankomst, pak nog maar eens een paar lijstjes Spaans tevoorschijn. Nog even een halfuurtje doornemen…
We zullen bij de aankomst opgehaald worden door Alonso en zijn vader. Zijn moeder moest redelijk onverwachts afhaken. Als directeur van een grote mensenrechtenorganisatie was ze als meest geschikt bevonden om afgevaardigde te zijn bij een congres in Mexico. Een grote eer, en een bezoek waarvan ze veel meerwaarde verwachtte, daar moest ze echt naar toe. Maar ja, wij kwamen ook en daar keek ze zo naar uit. Natuurlijk gaven wij aan dat ze zich zeker niet bezwaard moest voelen, we zien haar alleen iets later deze reis. Voor het werk dat zij doet hebben wij enorm veel waardering.

Wanneer het vliegtuig probleemloos is geland, komen direct veel mensen overeind om hun koffertjes te pakken. Ik verbaas me daar altijd weer over. Je kan er toch niet allemaal tegelijk uit, dus staan ze maar te staan in het gangpad. Wij blijven daarom rustig zitten. Een stewardess komt bij ons staan en is belangstellend naar ons verblijf. Ze waarschuwt ons heel voorzichtig met onze spullen te zijn. Ze wijst naar het kettinkje dat Gerda om haar nek heeft. ‘Beter geen sieraden, ze rukken het zo van je nek.’ Zo. Welkom in Peru. Hoewel we al eerder soortgelijke waarschuwingen hebben gehoord en gelezen, komt het toch weer binnen.

Op het vliegveld moeten de paspoorten weer in de hand. We zien dat van ieder persoon een foto en vingerafdrukken gemaakt worden. Later zien we ook dat het erg inconsequent gaat. Zo kan Theo nu gewoon doorlopen.
Wel met een stempel in zijn paspoort. Op de site van Buitenlandse Zaken had ik gelezen dat die stempel heel belangrijk. Zonder die kun je later bij een controle fiks in de problemen komen. Een verbod om nog eens naar Peru terug te keren kan een uiterste consequenties zijn.

We halen de bagage op, die onderweg naar de aankomsthal nog door drugshonden besnuffeld wordt, en dan…dan…Sophie loopt voorop en wij bereiden ons voor op een prachtige scene uit Hello Goodbye. We worden niet teleurgesteld. Eerst de spanningsopbouw omdat we Alonso niet zien en dan…en dan…uit het niets komt hij met gespreide armen aangerend, roept haar naam en wil over een afzetlint heen springen. Dat lukt niet helemaal, hij sleurt de palen omver, het lint op de grond, maar hij heeft er geen oog voor, springt op en vliegt op Sophie. Huilen, blijdschap, omarmingen, zoenen, knuffels. En ik, ik raak ontroerd, zo mooi om te zien. Alonso’s vader komt er lachend achteraan en wij richten ons op een hartelijke begroeting met hem. Ondertussen hebben Jos en Gerda de veroorzaakte bende in oorspronkelijke staat gebracht en maken kennis met Jhony.

We lopen naar de twee auto’s. Het is nu donker buiten. Het hele jaar door wordt het in Lima donker om 18.00 uur, zonder noemenswaardige schemering. De vlucht van Amsterdam naar Peru was voortdurend in het licht omdat we met de zon meevlogen.

Als eerste brengen we Gerda en Jos naar hun Airbnb adres, ongeveer veertig minuten rijden van het vliegveld. Onderweg begint Jos te begrijpen waarom een auto huren een slecht idee was. Het verkeer is hier bloedstollend. Auto’s wisselen zonder richtingaanwijzer van rijbaan. Vlak voor, naast, achter ons. Het doet, het rijdt, het toetert…en Alonso, bij wie wij in de auto zitten, beweegt zich er soepel doorheen. Ondertussen gewoon deelnemend aan het gesprek.

We brengen Jos en Gerda naar binnen, na eerst veel sloten losgemaakt te hebben. Overal zie je hier de huizen beveiligd met hekken en veel sloten. Het ziet er leuk uit bij ze en we spreken af dat ze de volgende ochtend opgehaald worden voor het ontbijt bij Alonso thuis.
Dat is nog twintig minuten rijden. De wijk waar de ouders van Alonso wonen is aanzienlijk rustiger en het appartementencomplex ziet er goed beveiligd uit met rondom hekken. De auto’s worden binnen de hekken gereden en boven gaat een raam open. Het is Vita, de huishoudelijke hulp die na 34 jaar meer een gezinslid is geworden, er vijf hele dagen per week is en door Alonso als zijn tweede moeder wordt gezien. Ze roept naar Sophie en ik hoor de blijdschap in haar stem.
Ik voel me weer week worden. Ondertussen is het Nederlandse tijd zo’n 3.00 uur ‘s nachts, dat helpt ook niet echt.. We sjouwen de bagage naar boven, maar Vita komt ons al tegemoet gerend en omhelst Sophie met zoveel enthousiasme en een stortvloed aan woorden. Sophie is ook duidelijk aangedaan door de ontvangst. Dan stort Vita zich op mij, we omhelzen elkaar. Dat vind ik geen probleem, ik houd van iedereen die van mijn kinderen houdt. En ik wrik wat geoefende Spaanse zinnetjes uit mijn dichtslibbende strot. Vita spreekt geen Engels en mijn wangen zijn nat.

We lopen verder naar boven en dan sta ik ineens in de kamer die zo vertrouwd is door de foto’s die ik regelmatig ontvang. Dat is zo raar, ik voel me alsof ik ineens in een foto geplaatst ben, een decor uit een ander stuk waar ik een rol in krijg. Met dat en alle zorg, liefde en aandacht die ons overkomt. Ik houd ze niet meer, de tranen. Op dat moment belt Susana, ik krijg de telefoon in mijn handen gedrukt terwijl de tranen over mijn wangen lopen. Susana is ook hevig geëmotioneerd. Ik hoor nauwelijks wat ze zegt, weet half niet wat ik zelf zeg, maar we begrijpen elkaar. De kinderen erbij, Jhony erbij, Vita erbij. Het is eigenlijk heel mooi, het delen van die intensiteit van gevoelens.
Het gesprek wordt afgerond en we gaan aan tafel waar broodjes, wat beleg en een heerlijk uitziende taart staan. We worden gewezen op de tekst daarop. Onze namen, met een hartelijk welkom. En ik herstelde net. Jhony haalt wijn en bier en laat mij de taart in punten snijden. Het uurtje daarna is heel gezellig, we praten en lachen en het is heel ontspannen. Nederlandse tijd 5.30 uur gaan we naar bed. Theo en ik slapen in de relaxkamer naast het dakterras. Een ruimte waar de familie in de zomer leeft. De dag van aankomst was de eerste dag van de lente.

Vannacht nauwelijks geslapen, niet echt vervelend, maar mijn hoofd zat zo vol, bloggen ‘s avonds is daarom prettig. Alle indrukken uit mijn hoofd kiepen.