Van de een op de andere dag is ze er niet meer

door | 27 okt 2021 | Hollander Schrijft

Ik hoor de achterdeur opengaan en loop mijn lief tegemoet.  Zijn tranen vloeien, en terwijl we de armen om elkaar heen slaan, klinkt zijn door emoties  verstikte stem ‘Ik heb geen moeder meer’. Ook mijn tranen biggelen over mijn wangen, woordloos. Het is nog zo onwerkelijk. We herhalen wat we eerder  telefonisch deelden: ‘En gisteren ging het nog zo goed!’

Gisteravond nog belde schoonzus, na een ziekenhuis bezoekje aan haar moeder op de covid afdeling. Haar broer -mijn man- en ik zitten corona positief in quarantaine thuis. We horen dat moeder er veel beter uitziet en weer praatjes heeft. Bovendien is er minder extra  zuurstof nodig dan de dagen ervoor. Goed nieuws, hoewel we ons al geen serieuze zorgen maakten. Moeder heeft de eerste vaccinatie gehad en is een taaie. Ons gespreksonderwerp betreft vooral de beste revalidatieplek ‘straks’. Mede vanwege een recente armbreuk is alleen thuis niet de beste plek.

Dan gaat ‘s nachts de telefoon en wordt alles anders.  Moeder is bang, paniekerig en benauwd en gaat hard achteruit. De komst van haar beide kinderen is gewenst. Ik blijf achter, op een bizarre manier blij omdat manlief mag komen, al is hij positief getest.

Ontvangen met  warme woorden en zorgzame aandacht mogen ze in een aparte kamer afscheid nemen. Van hun moeder die resoluut is: het leven was goed, maar is klaar. De dood mag komen. En moeder gaat, zonder dat de kinderen haar handen loslaten.

Loslaten. ‘Ik ben wees’, zegt mijn lieve grote, grijzende zestigjarige, wanneer hij verdwaasd op de bank zit. En daar achteraan: ‘revalideren in een verzorgingstehuis had ze niks gevonden.’  Ik kruip dicht tegen hem aan in een poging de leegte te vullen.

Het is goed zo, al doet het pijn.