Om te janken? Geef je grenzen aan!

door | 27 jun 2017 | Gerbrandy & Hollander

Hoi Annemarie,

Ik heb van de week zitten janken op mijn werk. Zo gênant, zo stom, en zo mijn eigen schuld. Omdat ik de aanleiding op z’n beloop had gelaten. Het was zo’n moment dat ik mijzelf ervan langs geef: ‘Sukkel, leer je het dan nooit!’ 

Gelukkig ben ik wel de schaamte voorbij en durf erover te vertellen. Omdat ik het nu normaler vind dat ik bepaalde dingen niet kan, hoe raar een ander dat ook vindt, soms zelfs ongeloofwaardig. Denk ik. Het zij zo. Ondertussen heb jij nog geen idee waar ik het over heb.

Ik kan geen mensen verschonen of helpen bij de toiletgang. Of prikken geven. Alles in mij komt dan in verzet, weet ik inmiddels. Heel bewust hield ik me daar nooit mee bezig. Wel was ik vroeger overtuigd dat ik de welzijnkant/de geestelijke gezondheidszorg op wilde, en ab-so-luut niet, zoals mijn zus, de zorg in. Of zoals mijn oudste dochter. Zij draaien hun hand niet om voor ontsnapte poep of urine. Ik doe het ze niet na.

Als creatief dramatherapeute werd ik ruim dertig jaar geleden aangenomen als activiteitenbegeleidster.Niet dat ik daar voor had geleerd, of ervaring met de doelgroep had. Welnee, mijn zes weken vakantie-ervaring was voldoende, mijn diploma deed de rest. Ik weet nog dat ik het raar vond dat ik mensen die al veel langer in het vak zaten, achter me liet. Maar ja, ik had een baan, dus was ik ook gewoon blij.

Een ouwe rot, een doorgewinterde professional ben ik inmiddels. De dramaqueen van de locatie wordt gezegd. Doe ‘ns gek moet je niet tegen mij zeggen. Met lol en passie voor ‘mijn’ mensen werk ik graag aan mooie, mooiere en de mooiste dagbesteding.

Maar, en nu komt het: tegenwoordig moet het aanbieden van dagbesteding met het verrichten van fysieke zorgtaken gecombineerd worden. In de nieuwe opleidingen wordt het al gecombineerd. ‘Help! ik kan dat niet!’ De gedachte alleen al levert mij fysieke klachten op waar ik bang van kan worden. Het management begreep dat eerst niet, de bedrijfsarts wel: ‘Als iedereen duidelijk zijn grenzen zou aangeven, was het ziekteverzuim veel lager’.

Vanaf dat moment was ik verschoond van zorgtaken. Een opluchting. Hoewel ik me tegelijkertijd bezwaard kan voelen naar een aantal collega’s die er ook niet voor opgeleid zijn. Het verschil is dat zij er niet zo van de rel raken als ik.

Afgelopen week stond ik ingedeeld voor de verplichte tillift training. Pas toen drong het tot me door dat die juist ingezet wordt om zorghandelingen uit te voeren. In rap tempo bouwde zich weer spanning op die allerlei fysieke blokkades gaf. Tegen de tijd dat ik m’n vaardigheden moest tonen brak ik. Met tranen. Verdomme, waarom had ik het zo ver laten komen! Ik sta nu te boek als onbekwaam tillift gebruiker. Gelukkig blijven er genoeg andere bekwaamheden over.

Annemarie, wanneer heb jij voor het laatst gejankt en waarom?