Het was een onrustige nacht, althans bij Jos en Gerda, ik heb verbazend diep geslapen. Dat blijkt uit de verhalen die tijdens het ontbijt verteld worden en waar ik niets van meegekregen heb. Ik schreef eerder dat om binnen te komen, de gasten moeten aanbellen. Logisch is als het belletje alleen bij de receptie/portier hoorbaar is. Nee dus, de bel klinkt door het hele gebouw. Raar, maar je kan je schouders erover ophalen. Tenzij het ‘s nachts gebeurt en er mensen bij de voordeur staan die herhaaldelijk aanbellen omdat er niet opengedaan wordt. Getergd sprong Jos zijn bed uit om de voordeur te openen, waar gasten excuus maakten voor het vroege uur. Pas toen kwam de portier aanhollen. Theo herinnert zich vaag kabaal, voor Jos is het reden om een minder enthousiast review te schrijven. Intussen is het wederom karig, maar wel heel vriendelijk geserveerd ontbijt, genuttigd en gaan we naar beneden om de bagage reisklaar te maken.
Op de afgesproken tijd van half tien is de taxi er voor de rit naar het vliegveld. Een rit van een half uur die een onuitwisbare indruk maakt. Onverstoorbaar begeeft de chauffeur zich in het kamikaze verkeer, waarvan de uitlaatgassen door de geopende raampjes zich in onze neusgaten nestelt en vast en zeker voor een aankoek laag op onze gezichten zorgt. We waren de verkeerellende de laatste dagen een beetje vergeten door het minimale verkeer in het centrum. De chauffeur drukt zich overal tussen, zoals ook andere weggebruikers dat doen. Een levensverzekering moet hier klauwen met geld kosten. Een ‘hoogtepunt’ is als zowel een bus van links als een bus van rechts gelijktijdig de taxi proberen weg te drukken om sneller vooruit te komen. Onwillekeurig maak ik me smaller, een idiote reactie. Sowieso zit ik opgepropt op de achterbank tussen Jos en Gerda in. Zonder gordels. Onze chauffeur blijft rustig en die van de bussen kennen mededogen waardoor we heelhuids het vliegtuig halen. In plaats van 25 sol, betalen we de chauffeur vijf sol extra gevarengeld.
Zodra we de hal van het vliegveld binnenlopen en zoekend rondkijken, nadert een vriendelijke man die ons naar de juiste balie verwijst. In een mum van tijd zijn we daardoor van onze rugzakken af en in de wachtruimte. Nog een dik uur te gaan voordat we kunnen boarden en om 12.08 vertrekken naar de hoofdstad. Dus alle tijd voor koffie 🙂
In het vliegtuig hebben we plaatsen bij de nooduitgang wat een ongekende beenruimte betekent. Ik kan mijn benen rechtuit naar voren steken, maar het zijn vooral de langbenige heren die zeer content zijn. Jos leest de instructies voor noodsituaties en ziet zich geconfronteerd met de tekst dat zestigplussers als niet geschikt worden geacht om te helpen bij ontruimingen. Daarentegen komt een stewardess naar Theo toe met de vraag of hij kan assisteren in het geval van nood. Mijn BHV-er in hart en nieren checkt direct de te nemen handelingen bij het openen van de vluchtdeuren en neemt verdere instructies iets nauwkeuriger door. Hij zou korting moeten krijgen voor deze vlucht, die gelukkig zonder enig probleem anderhalf uur later in Lima.
In de aankomsthol is het een hartelijk weerzien met de kinderen en de ouders van Alonso. Voor Jos en Gerda is het een eerste kennismaking met zijn moeder. De bagage wordt verdeeld over twee auto’s en Theo en ik rijden met Jhony en Susana mee. Alonso kiest met Sophie, Jos en Gerda voor een andere route dan zijn vader en daar blijkt hij een goede keuze mee gemaakt te hebben. Wij staan vrij snel vast in een file. Bovendien staat rechts voor ons een motorrijder te schelden op een automobilist achter hem, waarbij hij steeds wijst naar zijn voertuig. Die chauffeur komt zijn auto uit, maar gebaart en praat onverstaanbaar terug. Als we eindelijk door kunnen rijden is er aan die situatie niets veranderd, behalve dat die motorrijder nu tussen rijdend verkeer staat.
Als we bij het huis in Lima arriveren is de rest er al een tijdje, Jos en Gerda hebben zelfs hun bagage in het hotel om de hoek afgeleverd. Van Vita krijgen we opnieuw een warm onthaal. Het is niet moeilijk om je hier snel op je gemak te voelen. Leuk is om te zien hoe vrij Sophie zich hier beweegt. We krijgen een drankje en hebben het vooral gezellig met elkaar. Eindelijk is het complete gezelschap, zoals dat eind vorig jaar is afgesproken, bij elkaar. De hondjes, waar Alonso dol op is, komen erbij en zorgen voor extra vermaak. Het is wederom bijzonder hier te zijn.
Terwijl wij praten en drinken wordt er in de keuken gekookt, eten is hier belangrijk en samen eten een belangrijk cultuuronderdeel. Zo is het hier ondenkbaar dat iemand alleen aan tafel eet. Bij ons gebeurt dat weleens, omdat de een bijvoorbeeld eerder weg moet of later thuiskomt. Hier wordt dan toch voor een gezamenlijk moment gekozen.
Ze maken er veel werk van, ik neem me weer voor thuis meer aandacht aan de maaltijden te besteden. De diverse gerechten smaken heerlijk, en wanneer we voldaan zijn besluiten we dat het nu het moment is om de Hollandse cadeautjes te geven. Ik haal het koffertje van boven dat hier de afgelopen weken op heeft gewacht, en nadat Jos en Gerda hun Hollandse lekkernijen hebben gegeven, mogen onze pakjes van het mooie papier ontdaan worden. Het geeft veel voldoening te zien dat we met de op de persoon gekochte spulletjes raak geschoten hebben. De verrassende gezichten zeggen genoeg, de woorden en bedankjes kunnen nauwelijks meer toevoegen. Super geslaagd.
Na de maaltijd worden Jos en Gerda naar het hotel gebracht. Wij blijven nog even beneden, maar gaan op tijd naar onze vertrouwde kamer boven. Morgen wordt een lange dag. Het afscheidsfeest van het jonge stel.