Hoi Ina,
Onlangs plugde ik op een bijzondere flexwerkplek de stekker van mijn laptop in het stopcontact: een behandelkamer in het ziekenhuis. Ik moest daar voor een onderzoek een halve dag doorbrengen en ik wist van tevoren dat het een eenvoudig onderzoek zou zijn. Met een laptop en een nog niet uitgewerkt verhaal in mijn kladblok zou ik die ochtend wel doorkomen.
De verpleger keek vreemd op toen ik aangaf dat ik een plekje in de kamer wilde waar ik aan het werk kon.De rest van de patiënten zat in een stoel of lag op bed een boek te lezen of zich te ontspannen. Wat voor werk doet u, vroeg de verpleger een beetje argwanend. Was hij bang dat ik de boel op stelten zou zetten? Met in de ene hand een tas en in de andere een laptop zag ik er niet bepaald uit als een bouwvakker. Ik legde hem uit dat ik journalist was en rustig aan een artikel wilde werken.
Nu ben ik wel gewend om op andere plekken dan mijn kantoor te schrijven: ik typ mijn stukjes in de trein, op cowork locaties, bij kennissen aan de keukentafel, onder de parasol in de tuin en op officiële flexwerkplekken. Het leuke van die locaties is dat je uit de schrijfsleur van alledag wordt gehaald. Het nadeel is dat de afleiding door het geroezemoes om je heen groot is. In het ziekenhuis was dat niet veel anders, ondanks dat mijn medepatiënten aanvankelijk rustig hun lot ondergingen.
Dat werd anders toen een parmantig oud dametje halverwege de ochtend met haar rollator binnen kwam rollen. Het bekkie stond niet stil, het ziekenhuisbezoek leek voor haar een waar uitje te zijn. Al snel veranderde de groepsdynamiek in de kamer: patiënten die tot dan toe geen woord hadden gezegd, bleken vrolijke kletsmajoors te zijn. Het onderwerp van de dag was ‘inbraak’ en daar had iedereen wel ervaring mee. Een dame die allang klaar was met haar behandeling, bleef voor de gezelligheid zelfs nog even hangen.
Hoewel ik eigenlijk wilde doorwerken – ik hoopte het artikel in een ochtend af te krijgen – luisterde ik toch met een half oor mee. Ik was wel benieuwd naar de ferme verhalen van deze olijke ouderen. Een van de dames beweerde dat ze onlangs eigenhandig een inbreker uit haar huis had gejaagd. Ze was zo geschrokken van de man (hij was behoorlijk atletisch, wist ze zich te herinneren), dat ze heel boos was geworden en hij gillend op de vlucht was geslagen. Hoe ouder, hoe gekker!
Aanvankelijk baalde ik dat ik voor een eenvoudig onderzoek een halve dag in het ziekenhuis moest verblijven. Achteraf vond ik deze flexwerkplek ook wel weer bijzonder. Als ik mij had opgesloten in mijn kantoor was mijn ochtend ongetwijfeld productiever verlopen, maar ook veel saaier. Ina, op welke bijzondere locatie heb jij wel eens een verhaal geschreven?